Blog
Wat krijg je ervoor terug? Beweegredenen voor vrijwilligerswerk in Nederlandse musea
door: Yvette van Engelenburg MA
Vrijwilligers zijn onmisbaar geworden voor de organisatie van vrijwel alle Nederlandse musea. Dat blijkt wel uit de publicatie van de Museumcijfers van 2020: in dat jaar waren er 24.571 vrijwilligers actief in de museale sector tegenover 9837 betaalde werknemers. Toch geeft bijna de helft van de musea aan dat ze een tekort aan vrijwilligers ervaren. Daarom loont het de moeite om te onderzoeken wat bestaande vrijwilligers beweegt tot het doen van on(der)betaald werk voor musea. In haar masterscriptie tracht Hanna Vinckers een antwoord te vinden op deze vraag door de verschillende motivaties om museaal vrijwilligerswerk te doen van vrijwilligers uit meerdere generaties in kaart te brengen, afgezet tegen geeftheorieën uit het onderzoeksveld van mecenaatstudies. Daarmee biedt haar onderzoek een uniek perspectief op vrijwilligerswerk, namelijk als mogelijkheid voor een geefrelatie in de vorm een gift van tijd en vaardigheid aan musea.
Beweegredenen van jong tot oud
Vinckers heeft in interviews met drie jongere museumvrijwilligers en drie oudere museumvrijwilligers onderzocht waarom zij gemotiveerd zijn om vrijwilligerswerk te doen. Uit deze interviews heeft zij zes, min of meer gemeenschappelijke, motieven kunnen destilleren. Dit zijn het verkrijgen van tegengiften als kennis, nabijheid en impact; zelfbeeld en zingeving; sociaal contact; gevoel van verantwoordelijkheid voor het museum; persoonlijke ontwikkeling; en materiële opbrengsten. Het verschil in beweegredenen tussen de generaties is relatief klein. Vinckers constateert dat oudere vrijwilligers zich vaker bewust zijn van de noodzaak voor vrijwilligers bij veel musea en dat deze groep vrijwilligers wil bijdragen aan het voortbestaan van kunst en cultuur. Jongere vrijwilligers zijn daarentegen veelal meer gemotiveerd om vaardigheden te ontwikkelen via vrijwilligerswerk die van waarde zijn voor hun eigen werkveld. Hoewel de respondenten de zes genoemde motieven in meer of mindere mate herkennen in hun eigen motivatie, verschilt het per generatie op welke beweegreden de meeste nadruk ligt. Wat ze gemeen hebben is echter dat, in tegenstelling tot andere vormen van geefrelaties, ze als vrijwilliger direct invloed hebben op hoe hun gift van tijd en vaardigheden wordt ingezet. Doordat ze in hun werk vaak in nauw contact staan met de museumbezoekers zien zij de resultaten van hun gift direct terug en ervaren ze waardering en dat hun tijd op een zinvolle en nuttige manier wordt besteed.
Wederkerigheid in geven en nemen
Uit deze zes beweegredenen wordt duidelijk dat vrijwilligers verwachten dat zij voor hun werk iets terugkrijgen, materieel of immaterieel. Vinckers benadert vrijwilligerswerk daarom als vorm van geven en biedt daarmee een uniek perspectief op vrijwilligerswerk als geefrelatie tussen vrijwilliger en museum/culturele instelling. Dit doet ze dan ook vanuit de gedachtegang dat de gift bestaat uit tijd en vaardigheden, in plaats van uit geld of andere materiële middelen. Binnen geeftheorieën in mecenaatstudies wordt ervanuit gegaan dat de gever tevens verwacht dat zij iets terugkrijgt voor diens gift, in dit geval tijd en vaardigheden. Dat veel musea hier al van bewust zijn, blijkt wel uit de vele voorbeelden van vacatureteksten voor vrijwilligers waarin het kopje ‘wat krijg je ervoor terug?’ is opgenomen. Daarnaast geven de respondenten in Vinckers’ onderzoek ook aan dat ze ernaar streven dat de tijd en vaardigheden die ze in hun vrijwilligerswerk stoppen in balans is met wat ze ervoor terugkrijgen. De musea in haar onderzoek bieden bijvoorbeeld reiskostenvergoeding, tegoedbonnen en speciale uitjes in ruil voor het vrijwilligerswerk. De respondenten geven aan dat ze hierin soms ook een disbalans ervaren en ze geven openlijk toe dat ze wederkerigheid van de relatie belangrijk vinden. Hierin onderscheidt het vrijwilligerswerk zich ook van andere vormen van geefrelaties stelt Vinckers. In tegenstelling tot deze andere vormen zijn vrijwilligers transparant in wat zij als gevers zelf uit deze relatie ontvangen en dat ze het belangrijk vinden dat ze er zelf profijt uit halen.
De beweegredenen en constateringen die in Vinckers’ onderzoek naar voren zijn gekomen, kunnen voor musea inzichtelijk maken wat ze te bieden hebben of moeten bieden aan vrijwilligers. Dit is waardevolle informatie met betrekking tot de werving en het behouden van vrijwilligers en noodzakelijk om de museale sector draaiende te houden in het huidige politieke landschap.
Meer lezen? Lees het hele artikel van Hanna Vinckers ‘De gift van tijd en vaardigheden door museumvrijwilligers: De motieven van jonge en oudere museumvrijwilligers onderzocht en vergeleken’ hier.