Blog
Met open armen? Voorwaarden die Nederlandse auteurs stellen aan het vragen om en aanvaarden van zorg
door: Sofia Dovianus
Als pas startende, maar ook als gevestigde schrijver kun je je onwelkom voelen in het literaire veld, zo stelt schrijver Emy Koopman in de Volkskrant.1 Ruimtegebrek voor nieuwkomers, harde competitie en marktwerking wegen volgens haar zwaar. Koopman benadrukt dat de invloed van collega-schrijvers, uitgevers en boekhandels cruciaal is om juist wél of géén toegang tot het veld te krijgen. In het proces van het naar buiten brengen van literair werk spelen dan ook vele afhankelijkheden tussen schrijvers en andere belanghebbenden. Dat roept vragen op over hoe auteurs hun positie in het literaire veld beleven, en hoe zij hulpbronnen – ook wel vormen van care, zorg – kunnen en willen inzetten om deze positie te verstevigen. Om daarover meer te weten te komen, zochten onderzoekers Maaike van Leendert en Helleke van den Braber in hun artikel Met open armen? (2025) een antwoord op de vraag óf, en zo ja, onder welke voorwaarden, Nederlandse auteurs bereid zijn om zorg te aanvaarden. De onderzoekers interviewden daarvoor acht auteurs – van wie de helft te maken had met de bijzondere corona-omstandigheden – en voerden hun resultatenanalyse uit langs de lijnen van socioloog Aafke Komters geeftheorie.
Zorg vanuit het publiek, de overheid, organisaties in het literaire veld en elkaar
Wie schrijver wil zijn, zal zich afhankelijk moeten maken van anderen – daar zijn de ondervraagde auteurs het over eens. Hoewel de auteurs het liefst zo zelfvoorzienend mogelijk zouden willen zijn, heeft het merendeel van hen zorg aanvaard van het publiek, de overheid, organisaties in het literaire veld, en van elkaar. Hoe beleven de ondervraagde auteurs het aanvaarden van zorg van deze vier partijen?
Zorg vanuit het publiek
Financiële steun via bijvoorbeeld boekenverkoop, maar ook morele steun via aanmoediging van fans, ervaren de auteurs als waardevol. Zij waarderen deze zorg niet alleen in en op zichzelf, maar zien deze ook als erkenning dat zij het recht hebben op deze zorg: als lezers bereid zijn om in hen te investeren sterkt hen dat in de gedachte dat hun werk steun verdient.
Zorg vanuit de overheid
Ook tegenover de overheid voelen de auteurs de behoefte aan erkenning dat schrijvers steun toekomt; bewindslieden die solidair zijn met schrijvers en publiekelijk aandacht vragen voor hun precaire positie ervaren de auteurs bijvoorbeeld als sterk legitimerend. Daarnaast voelt het voor de auteurs prettiger om overheidszorg te aanvaarden als het duidelijk is welke steun ze onder welke voorwaarden kunnen verwachten, en als de overheid de indruk vermijdt dat auteurs onderling moeten concurreren om schaars geld.
Zorg vanuit organisaties in het literaire veld
De zorg die door organisaties als uitgeverijen en productiehuizen wordt geboden zien de auteurs als onmisbare steun in de rug. Deze zorg neemt bijvoorbeeld de vorm aan van kennisuitwisseling, hulp bij artistieke keuzes en begeleidingstrajecten. Om deze zorg te aanvaarden vinden de auteurs het belangrijk dat ze op de professionaliteit en kennis van organisaties kunnen vertrouwen, en dat zij als schrijver altijd het laatste woord kunnen houden. Bovendien wordt het aanvaarden van steun van organisaties makkelijker als de auteurs het gevoel hebben door hen erkend en gewaardeerd te worden.
Zorg vanuit elkaar
De auteurs zien ook elkáár als valide bron van steun: ze schrijven hun vrije werk weliswaar in afzondering, maar werken ook graag samen met andere (literaire) makers in het uitdragen ervan en wisselen kennis en opdrachten uit. Voor samenwerking zijn onder meer respect voor het artistieke werk en de opvattingen van medeauteurs, en het verlenen van zorg vanuit een gemeenschapsgevoel, belangrijk.
Vragen om en aanvaarden van private zorg
Naast de bovengenoemde hulpbronnen bestaat er nog een ándere, vijfde zorg-gevende partij waar auteurs zich tot kunnen wenden: particuliere gevers. Wat voor voorwaarden stellen de auteurs precies bij het opzoeken en accepteren van private steun? Van Leendert en Van den Braber destilleerden uit hun interviews meerdere vraagvoorwaarden en aanvaardvoorwaarden die een antwoord geven op deze vraag.
Vraagvoorwaarden
Wat betreft de vraagvoorwaarden is het voor de auteurs ten eerste belangrijk dat hun vraag om steun een concrete reden of aanleiding heeft. Daarnaast moeten ze het gevoel hebben in zowel financieel (hun portemonnee is daadwerkelijk leeg) als moreel (hun werk is de steun waard) opzicht gerechtigd te zijn de vraag te stellen. Ook willen ze graag het idee hebben dat ze hun gevers iets terug kunnen geven: als ze denken niet aan de (vermeende) verwachtingen van gevers te kunnen voldoen, ontstaat de angst voor afhankelijkheid en controleverlies.
Aanvaardvoorwaarden
Degenen die zich afhankelijk maken van gevers, moeten daarom niet alleen goed nadenken over hun eigen rol, maar ook over de rol van gevers. In dat licht noemen de ondervraagde auteurs als aanvaardvoorwaarden dat gevers er niet raar van moeten opkijken als er een gift van hen verwacht wordt, en dat ze niet per se iets terugverwachten voor hun gift. Ook zou het ontvangen van steun makkelijker worden als de auteurs hun gevers kunnen zien als redder in nood of als hoeder van groei. Voelen dat je auteurschap ruimhartig gekoesterd en gewaardeerd wordt door gevers helpt dan ook om het ongemak van afhankelijkheid te compenseren.
Viering van zorg?
Ter afsluiting van hun artikel wijzen Van Leendert en Van den Braber op de rode draad die door hun onderzoeksresultaten loopt: de door hen ondervraagde auteurs ervaren duidelijk een dilemma tussen hun behoefte aan en waardering van zorg enerzijds, en hun twijfels bij het vragen om of aanvaarden van zorg anderzijds. Lang niet alle auteurs vinden het vanzelfsprekend om over zichzelf te spreken als een zorg-vragende of zorg-ontvangende partij, maar ze erkennen wél de legitimerende kracht die alle vormen van zorg kunnen hebben voor hun auteurschap.
Meer lezen? Lees het hele artikel van Maaike van Leendert MA en prof. dr. Helleke van den Braber hier.