Kennispunt Mecenaatstudies

Blog

Professionalisme en mecenaat: de economische diversiteit aan vrouwelijke schrijvers in vroegmodern Europa  

door: Elle Zwinkels MA

Vrouwelijke schrijvers in vroegmodern Europa: onderzoek toont aan dat ze niet schaars, noch passief waren, in tegenstelling tot wat verouderde verslagen over Westerse cultuurgeschiedenis stellen. Wat echter een onderbelicht aspect van deze geschiedenis blijft, zo beargumenteren dr. Carme Font Paz en dr. Nina Geerdink in hun boek Economic Imperatives for Women’s Writing in Early Modern Europe uit 2018, is de economische dimensie van literatuur geschreven door vrouwen. De onderzoekers inspireren de lezer om na te denken over de volgende vragen: hoe financierden vrouwen de publicatiekosten van hun schrijfkunst? Hoe beïnvloedden economische factoren zoals commercie en mecenaat de literaire output van schrijfsters? En hoe was de mogelijkheid om een inkomen te verdienen met schrijven van belang voor het zelfbeeld van deze schrijfsters als auteurs? 

Traditionele tijdlijn

De introductie van Font Paz en Geerdink start met het beantwoorden van deze vragen door kritisch licht te schijnen op de traditionele tijdlijn waardoor economische ontwikkeling werd begrepen binnen de literatuurwetenschap. Volgens deze tijdlijn groeide het economisch professionalisme van Europese (mannelijke) schrijvers op een doelgerichte en lineaire manier: waar zestiende-eeuwse schrijvers compleet afhankelijk leken van gevers, werd literatuur schrijven gezien als een (compleet) zelfvoorzienend beroep door de gestegen verkoop van literatuur in de negentiende eeuw. Uit huidige debatten blijkt dat dit idee van stabiele ontwikkeling onrecht doet aan de complexere realiteit. Veel onderzoekers zijn nu van mening dat mecenaat en commercialisme altijd samen hebben bestaan, zij het in verschillende mate door de eeuwen heen. 

Economische verhulling

De positie van vrouwelijke schrijvers in deze economische context werd lang gezien als onbelangrijk. Dit beeld heerste vanwege twee redenen: enerzijds waren schrijfsters vaak deel van de elite en dus voorzien van financiële middelen, anderzijds werd hun schrijfkunst veelal gratis verspreid binnen privékringen. Toch, zo schrijven Font Paz en Geerdink, waren er genoeg schrijfsters die een bepaalde vorm van omzet maakten met hun schrijfkunst – door privégiften en/of commercie. Sommige vrouwen schreven puur uit economische noodzaak, anderen hoopten geld te verdienen met hun passie voor schrijven en weer anderen publiceerden werk zonder bezig te (hoeven) zijn met financiën. Onderzoek naar de verschillen tussen vrouwelijke schrijvers kan de dominante kennis over de Europese literatuurgeschiedenis en de daaruit voortkomende aannames over vrouwen aanpassen.

Zelfbeeld en auteurschap

Deze vragen omtrent financiering van de schrijfkunst van vrouwen accentueren ook een andere belangrijke vraag voor Font Paz en Geerdink: hoe beïnvloedden de economische factoren in de publicatie van de literatuur van vrouwen hun beeld als auteurs naar zichzelf en naar hun omgeving? De auteurs observeren hoe sommige schrijfsters zichzelf als auteur zagen niet zo zeer vanwege hun economische succes, maar door de regelmatige basis waarop commerciële uitgevers geïnteresseerd waren in het publiceren van hun werk. Andere vrouwen publiceerden hun boeken zonder externe uitgevers, maar slaagden er toch in om relatief grote publieken te trekken. Met dit boek proberen Font Paz en Geerdink meer duidelijkheid te scheppen omtrent de minimaal bestudeerde relatie tussen economische omzet, publieksgrootte, publicatievorm en literair aanzien. Op basis van de verschillende hoofdstukken in dit boek trekken ze twee conclusies. Ten eerste: gedurende de gehele vroegmoderne tijd werden vrouwen die omzet maakten met hun schrijfwerk gezien als uitzonderlijk, waardoor ze hun posities en motieven moesten verdedigen. Ten tweede blijkt dat vrouwen zowel afwisselend als gelijktijdig gebruik maakten van privégiften en commerciële omzet voor het publiceren van hun schrijfkunst. Het mecenaat en professionalisme zijn, in die zin, dus onherroepelijk met elkaar vervlochten. 

Het boek van Font Paz en Geerdink vind je hier.